Het aantal gewone zeehonden in de internationale Waddenzee is sterk
toegenomen tot 40 duizend exemplaren. Gewone zeehonden kunnen ongeveer
43% van het visbestand dat in het najaar in de Waddenzee aanwezig is
opeten. Toch is een direct verband tussen de teruggelopen visstand en
het toegenomen aantal gewone zeehonden nog niet te leggen, blijkt uit
nieuw onderzoek gepubliceerd in Ecosphere.
Dankzij het stoppen van de jacht en beschermende maatregelen op het gebied van verstoring en vervuiling, is de populatie gewone zeehonden* de laatste veertig jaar sterk gegroeid. Uit de meest recente tellingen blijkt dat de populatie gewone zeehonden in de internationale Waddenzee uit bijna 40.000 dieren bestaat.
Zeehonden die op zee foerageren, eten gemiddeld zo’n 4 à 5 kilogram vis per dag. Op jaarbasis komt dat voor alle gewone zeehonden in de internationale Waddenzee op zo’n 55 tot 60 duizend ton vis. Voor de ‘Nederlandse’ zeehonden is dat 14 tot 17 duizend ton vis.
“De achteruitgang van het visbestand in de Waddenzee begon in een tijd dat de zeehondenpopulatie nog heel klein was. Wel kan de predatie door zeehonden nu het visbestand beïnvloeden”, aldus Geert Aarts, de eerste auteur van het artikel. Hoe zit het precies? Wat is er bekend, en ontbreekt er nog kennis? De stand van zaken aan de hand van vijf vragen.
Hoeveel vis zit er in de Nederlandse Waddenzee?
Wat eten zeehonden?
Waar halen zeehonden hun voedsel vandaan?
Hebben zeehonden invloed op het visbestand?
Veroorzaken zeehonden de achteruitgang van het visbestand in de Waddenzee?
Antwoord op deze vragen in het uitgebreide artikel op de bron: Nature today