In het uiterste noordoosten van Friesland
Waar aan de ene kant van de dijk
De tijd gestold lijkt
En waar aan de andere kant
niets definitief is;
Altijd in beweging, eeuwig veranderend
Getij.
Daar, aan de voet van de dijk
Aan het eind van het land
En het begin van de Waddenzee
daar vind je het vakantiehuisje, de Peazemerlannen
Het voormalig vissermanhuisje ’Peazemerlannen’ ligt aan de rand van het historisch dorpje Paesens-Moddergat aan de voet van de dijk aan de Waddenzee. Vanuit dit vakantiehuisje loop je direct de dijk op. Daarachter liggen de prachtige ‘Peazemerlannen’ ( gewonnen land en droogvallend wad) aan je voeten. Als je vroeg
De voorzieningen bij verhuur vakantiehuisje: Verhuur van het voorhuis gaat uitsluitend via natuurhuisje .nl Voor de voorzieningen zie de site van natuurhuisje bij natuurhuisje Moddergat ” Peazemerlannen’Buiten staan voldoende stoelen met kussens voor alle gasten. Ook is er een buiten picknicktafel aanwezig. Naast het huis vind je de speeltuin van Paesens-Moddergat. Met allerlei kleine speeltoestellen […]
Paesens-Moddergat Paesens-Moddergat is een dorpje met een rijke (en ook wel tragische) historie die bewaard is gebleven in het dorpje met zijn beschermd dorpsgezicht en in ’t Fiskershúske (een prachtig klein museum) komen historie en vissersleven tot leven. Kom je uit het ’t Fiskershúske en loop je de dijk op dan
Een houten scheepswrak dat is gevonden ten oosten van Schiermonnikoog behoort mogelijk tot de rampvloot van Paesens-Moddergat uit 1883.
Het is een tragedie die tot op de dag van vandaag bij oudere inwoners van Paesens-Moddergat leeft, zegt voorzitter Klaas Wiersma van Stichting Maritieme Archeologie. Op 5 maart 1883 voeren 22 vissersschepen uit, waarvan er 17 zouden vergaan in zwaar weer. Niet minder dan 83 mannen uit het dorp kwamen daarbij om het leven.
Restanten ten noorden van Kloosterburen Van drie van de getroffen schepen is nooit een spoor teruggevonden. Maar Wiersma en zijn duikmaten vermoeden dat daar binnenkort verandering in komt. Volgens hen zijn er sterke aanwijzingen dat een in 2015 aangetroffen wrak de WL7 is.
De houten restanten liggen bij de Mothoek, ten zuidoosten van Schiermonnikoog en ten noorden van Kloosterburen, op zo’n 2 meter diepte. Wadlopers gaven de melding dat er iets lag. Het wrak is datzelfde jaar nog onderzocht, maar toen niet in verband gebracht met de ramp van 1883.
3D-beelden De Stichting Maritieme Archeologie heeft de bevindingen bekeken en meent dat de houtconstructie en de vindplaats erop duiden dat het een van de vergane Wierumer aken is.
Op 4 en 5 augustus komt er een expeditie die nadere bewijzen moet opleveren. Met sonarapparatuur wordt de situatie onderzocht. Als het wrak gelokaliseerd is, gaan duikers het water in. Zij zullen hout van het schip afhalen, om te onderzoeken uit welke tijd het komt. Ook wordt er onder water een film gemaakt, om daar later 3D-beelden van te vervaardigen.
Zo ziet het Werelderfgoedcentrum in Lauwersoog er straks uit
Het gebouw kenmerkt zich onder meer doordat er veel glas in is verwerkt. Het Werelderfgoedcentrum is ontworpen door de Deense architect Dorte Mandrup. Zij heeft veel ervaring met het bouwen van dit soort centra in onder meer Denemarken, Duitsland en Groenland.
Zeehondencentrum
Het Werelderfgoedcentrum in Lauweersoog kost ruim 29 miljoen euro. Het centrum biedt straks onderdak aan het Zeehondencentrum dat nu nog in Pieterburen staat. Ook komt er een hotel met vijftig kamers, een café en een restaurant.
In het centrum is ruimte voor wetenschappers die Waddengebied onderzoeken. Bovenop het gebouw is een panorama-dek met uitzicht op het Werelderfgoed Waddenzee.
150.000 bezoekers
Ook het havenkantoor en de KNRM krijgen een plek in het nieuwe centrum. Vanuit de zogeheten ‘waddenhal’ vertrekken straks expedities en excursies.
Het Werelderfgoedcentrum Waddenzee gaat naar verwachting open in juni 2020. Er wordt gemikt op 150.000 bezoekers per jaar.
In Lauwersoog moet een Werelderfgoedcentrum verrijzen met daarbij onder meer een hotel en een natuurschool. De bedoeling is dat ook het zeehondencentrum Pieterburen er een plek krijgt. De camping en verschillende andere ondernemers zijn ook betrokken bij de plannen.
Miljoen bezoekers
De Waddenzee is sinds 2011 Werelderfgoed. Met de bouw van het centrum kan die status worden vermarkt. De initiatiefnemers houden rekening met meer dan een miljoen bezoekers per jaar.
Met het geld van de provincie is de bouw weliswaar een flinke stap dichterbij, maar de financiering is nog niet helemaal rond. ‘Er is nog een gat van 9,6 miljoen euro’, zegt gedeputeerde Henk Staghouwer (ChristenUnie).
Waddenfonds
Het Waddenfonds wordt gevraagd om die resterende miljoenen voor haar rekening te nemen. Staghouwer is zelf notabene voorzitter van het Waddenfonds. Toch is het volgens hem nog niet rond.
‘Het Waddenfonds is van Groningen, Friesland en Noord-Holland samen’, zegt hij. ‘Het klinkt dus heel makkelijk, maar dat is geen gelopen race. Toch zijn de plannen wel ongelooflijk goed. Dus die kunnen ook goed ingediend worden. En er is Friesland en Noord-Holland wel steun voor het plan. Maar dat wil niet zeggen dat het al rond is.’
Zeehondenopvang is slechts in 5 procent nodig. Dat adviseert een wetenschappelijke commissie die de opvang onderzocht.
Het gaat weer goed met zeehonden in Nederlandse wateren. Zowel de gewone zeehond als de grijze zeehond zijn in het Delta- en waddengebied sterk in aantal gestegen.
De populatie van de gewone zeehond is van een minimumaantal van 500 in 1980 gegroeid tot 9000 in 2016. Van de grijze zeehond die hier tot 1980 bijna niet voorkwam werden in 2016 5100 exemplaren geteld.
Pups
Het aantal zeehonden dat werd opgevangen liep op van 20 in 1980 tot tussen de 500 en 1000 in recente jaren. Tussen 2007 en 2013 kwam 20 procent van de jonge zeehonden terecht in een opvangcentrum. In 2011 gold dat zelfs voor de helft van de pups. De commissie wil dat aantal verminderen tot 5 procent.
Tussen de bestaande opvangcentra is volgens de commissie geen overeenstemming over hoe de populatie op peil kan blijven en het welzijn van zeehonden.
Alleen zeehonden die gewond zijn door menselijk toedoen mogen in de toekomst worden opgevangen. Exemplaren die geen moedermelk meer drinken, moeten met rust worden gelaten. De opvang van zeehonden met longwormen moet worden beperkt. Ook pleit de commissie voor gelijkschakeling in professionalisering van de opvangcentra.
‘Veel aanbevelingen snijden hout’
Niek Kuizenga, directeur van Zeehondencentrum Pieterburen, is blij dat het rapport ‘eindelijk’ is verschenen. ,,Ook wij zien geen tegenstelling tussen dierenwelzijn en natuurbehoud. Veel aanbevelingen snijden hout. We hebben wel zorgen over de implementatie ervan.’’
Lenie ‘t Hart vreest dat door minder zeehondenopvang individuele zeehonden zullen verkommeren. ,,Ik ben bang dat de onverschilligheid de overhand krijgt.’’
“Een zeehond met een longworminfectie hoest bloed op en dat ziet er heftig uit, zo op het strand”, zegt Mariëtte Smit, hoofdverzorger bij Ecomare op Texel. “Volgens het advies van de wetenschappelijke commissie moeten we zo’n zeehond 24 uur lang laten liggen en observeren. Het zal niet meevallen om dat uit te leggen aan omstanders.”
Het is een van de kanttekeningen die de grote Nederlandse zeehondencentra plaatsen bij het advies van de commissie die de opvang in Nederland onderzocht. De belangrijkste conclusie is dat het opvangen van zeehonden niet noodzakelijk is om de soort in stand te houden en soms juist schadelijk kan zijn.
Ook de opvang van zeehonden met longwormen moet worden beperkt. De commissie zegt dat het behandelen van zeehonden tegen deze ziekte de natuurlijke balans uit de zeehondenpopulatie haalt. Longworminfectie is een ziekte die veel jonge zeehonden krijgen wanneer ze zich beginnen te voeden met vis.
Steunbetuiging De zeehondencentra reageren overwegend positief op de conclusies van het onderzoek. “In grote lijnen zijn wij het eens met de adviezen”, zegt directeur van Zeehondencentrum Pieterburen Niek Kuizenga. “Het is in lijn met de weg die we al zijn ingeslagen. Ik zie het als een steunbetuiging voor wat we al doen.”
Kuizenga doelt daarmee vooral op de geadviseerde terughoudendheid. De opvang van individuele zeehonden is wel toegestaan als het dier gewond is geraakt door menselijke activiteiten, zoals door een visnet of een aanvaring door een boot. In alle andere gevallen mogen dieren alleen opgevangen worden als dat geen schade voor de soort oplevert. “Het is belangrijk om goed te begrijpen dat dierenwelzijn en natuurbehoud niet met elkaar in strijd zijn. In tegendeel, die versterken elkaar soms zelfs. Daarom zijn wij al jaren terughoudend met opvangen en laten wij versneld vrij.”
Toch wijst ook Kuizenga op het pijnpunt van de verzorgster van Ecomare. “Het is niet makkelijk om uit te leggen dat je een zeehondje alleen op het strand laat liggen. Dat wil je eigenlijk redden en naar een centrum brengen.”
Daarnaast wordt uit het rapport niet duidelijk hoe de terughoudendheid precies vorm moet krijgen, zegt Sophie Brasseur, zeehondenexpert bij de Wageningen University & Research. “Het advies is helder over de noodzaak minder op te vangen dan tot nu toe gangbaar was. Maar pas als er concrete afspraken zijn over wat je doet als je straks met een zeehondje op het strand staat, zullen de zeehondenpopulaties echt baat hebben bij dit advies.”
Laat de natuur de natuur. Sommige dieren gaan dood, dat moeten we accepteren.
Karola van der Velde, A Seal Zeehondenopvang Stellendam
De commissie adviseert verder dat de vijf opvangcentra een gezamenlijk protocol moeten opstellen. De NVWA moet vervolgens controleren of zij zich daaraan houden. Een bemiddelaar van het vorige kabinet heeft geprobeerd de centra zover te krijgen dat zij beter gingen samenwerken, maar dat is niet gelukt.
Toch zijn de centra optimistisch over een nauwere samenwerking, zegt Karola van der Velde van A Seal Zeehondenopvang Stellendam. “We voeren al regelmatig overleg met de andere centra en onze protocollen zijn al behoorlijk op elkaar afgestemd. Het verschil zit hem in details”, zegt Van der Velde, die ook goed kan leven met de terughoudendheid. “Laat de natuur de natuur. Sommige dieren gaan dood, dat moeten we accepteren.”
Leo
Als de minister de adviezen opvolgt, heeft dat mogelijk wel gevolgen voor het aantal zeehonden dat in de opvangcentra te zien zal zijn. “Het is nog heel moeilijk om te zien wat deze adviezen gaan betekenen, maar het kan inderdaad betekenen dat we een stuk minder zeehonden zullen opvangen”, zegt Pauline Folkerts, directrice van Ecomare.
Een van de zeehonden die volgens het advies eigenlijk niet thuishoort in Ecomare, is Leo. “Hij kwam in onze opvang terecht na een flinke storm”, zegt verzorger Smit. “Hij was enorm verzwakt en lag apathisch op het strand. Inmiddels gaat het heel goed met hem. Maar als de minister het advies opvolgt, zal zo’n dier niet meer in de opvang terechtkomen.”
Rietproef Lauwersmeer.
De provincies Groningen en Friesland hebben donderdag besloten de zogeheten rietproef in het Lauwersmeergebied met een jaar uit te stellen. Volgens beide provincies is het te kort dag om het eerste deel van de proef betrouwbaar uit te voeren. De proef wordt nu gehouden in 2019 en 2020.
Tijdens de proef wordt het waterpeil met veertig centimeter verhoogd, waardoor riet harder gaat groeien. Beide provincies hopen daarmee te voldoen aan de natuurrichtlijnen die zijn opgelegd door Den Haag en Brussel.
Lang verzet
Inwoners, recreatie-ondernemers en boeren in het gebied hebben zich lang tegen de proef verzet. Ze vreesden onder meer voor wateroverlast, maar vingen uiteindelijk bot bij de rechter en de Raad van State. Tegen de proef loopt nog wel een zogeheten bodemprocedure, waarvan de uitspraak eind dit jaar wordt verwacht.
Gemaal verhoogd
In twee periodes van zes weken wordt de proef gehouden: van half februari tot 1 april. In die zes weken wordt het waterpeil tussen gemaal De Waterwolf bij Electra en de Cleveringsluizen bij Lauwersoog met veertig centimeter verhoogd. De verwachting is dat daardoor struiken en ander opschot afsterven en het riet de kans krijgt te groeien. Daarvan moeten uiteindelijk de vogels in het Lauwersmeergebied profiteren.
Bron: https://www.rtvnoord.nl/nieuws/190680/Rietproef-Lauwersmeer-wordt-jaar-uitgesteld
John wat is dit een mooie plek voor een vakantiewoning in Friesland. Gelijk aan de dijk met de schapen als bewegende decorbewakers. Het wad aan je voeten en wadlopen met de modder van het wad tussen je tenen.
Fietsend, met de door jou beschikbaar gesteld fietsen, door een groen rijk boerenlandschap. Kleine vissershuisjes in de dorpjes en grote herenboerderijen wisselen elkaar af. Je vraagt je af wat zou je liever gewest zijn, boer of visser? Met de fiets naar het Lauwersmeer om bij bijvoorbeeld bij Esumakeech uitkijkend op het water Suderie te genieten van diverse watervogels en Konikpaarden in Nationaal Park Lauwersmeer.
De dag ervoor naar Zoutkamp om te genieten van heerlijke vis en de drukte van de vlaggetjesdagen. Kermis, vissersschepen en bier zorgde voor een gezellige en gemoedelijke drukte.
Een wandeling op het wad met John stond ook in het programma. Een fijne wandeling over de zandplaten direct over de dijk achter de vakantiewoning de Paezemerlannen. Lopend naar de vaargeul van Lauwersoog, schepen droog zien liggen op Engelsmanplaat, het gevoel krijgen haast naar Schiermonnikoog te kunnen lopen, af en toe een kleine geul doorwaden. Een mini avontuur in de achtertuin van je eigen vakantiewoning!
In de avond moesten we natuurlijk nog even naar de zonsondergang kijken om te genieten van het zakken van de zon in de zee. Meer mensen doen dit en we zagen ook enkele mensen met grote camera’s op een statief. Onze foto is slechts met een telefoon gemaakt en niet zo goed als die van John zelf, maar toch maar meegestuurd, zie hieronder.
We gaan zeker terugkomen naar de Paezermerlannen, al was het maar vanwege de gastvrijheid die we in dit oude vissershuisje voelen aan alles hoe het hier gaat. “Wees goed voor je gasten en dan zijn de gasten goed voor jou”, zou zo een credo kunnen zijn voor dit vakantiewoning in Friesland mooiste plekje.
Nooit eerder, sinds de eerste telling in 1975, zijn er zo veel zeehonden in de internationale Waddenzee waargenomen als dit jaar. Met 38.000 zeehonden is de maximale capaciteit bereikt.
Het gemeenschappelijk Waddenzee-secretariaat in Willemshaven heeft gisteren de cijfers van dit jaar bekend gemaakt en geconstateerd dat de populatie aan haar plafond zit. ,,Er is nu nog voldoende voedsel voor de ongeveer 38.000 zeehonden”, zegt woordvoerder Sascha Klöpper. ,,Maar meer zeehonden kan de Waddenzee niet aan.”
Gezonde populatie in de waddenzee
Al te druk om de maximale populatie maakt het Waddenzee secretariaat zich niet. Het geeft aan dat er een gezonde en stabiele zeehondenpopulatie is. ,,Op natuurlijke wijze blijft het aantal rond de 38.000 zeehonden. We hebben zelfs de indruk dat het licht afneemt”, weet Klöpper.
,,Jonge dieren zullen eerder sterven, omdat ze onvoldoende voedsel hebben. Zo gaat dat in de natuur. Oude zeehonden gaan ook weer dood. Daarmee blijft het aantal, zoals wij denken, stabiel.”
Eerder dit jaar is op twee momenten, in juni en augustus, drie dagen lang boven de Nederlandse -, Duitse – en Deense Waddenzee geteld. In juni gaat het om het vastleggen van jonge zeehonden en in augustus wordt gekeken naar het aanta
l volwassen zeehonden.
Het aantal volwassen zeehonden is dit jaar in het Nederlandse deel van de Waddenzee met zestien procent teruggelopen naar 5920 exemplaren. Het aantal jonge zeehonden is daarentegen met liefst 21 procent toegenomen tot 2249.
Zeehonden zijn enorm mobiel
Opvallend is dat in het Deense deel en in het Duitse Sleeswijk Holstein het aantal zeehonden is toegenomen. Volgens Klöpper ligt dat aan weersinvloeden en aan het voedselaanbod. ,,Zeehonden zijn enorm mobiel. Leggen grote afstanden af en volgen het voedsel en laten zich leiden door weersinvloeden. Het is dus van alle tijden dat de cijfers per land, per jaar verschillen.”
Ernstige virussen zijn de laatste decennia ook niet meer waargenomen. In 2002 was voorlopig laatste virus die het aantal zeehonden tot 10.000 exemplaren terugbracht. Het absoluut dieptepunt werd in 1988 bereikt toen er nog ongeveer vijfduizend exemplaren werden geteld.
De Waddenvereniging maakt zich zorgen over de snelle opwarming van de Waddenzee. In ons land is daar, anders dan in Duitsland, weinig aandacht voor. De club reageert op een waarschuwing van de Duitse staatssecretaris van Milieu, die de Bondsdag onlangs meldde dat het water van de Noordzee in 45 jaar 1,67 graden Celsius is opgewarmd.
Een verdere stijging van de temperatuur ligt in het verschiet. De Duitse overheid wil met het oog hierop onderzoeken of er in het kustgebied maatregelen moeten worden genomen.
Visser Johan Rispens uit Zoutkamp ziet al een tijd veranderingen in de Waddenzee. Vissen komen en gaan. Voor schol en kabeljauw wordt het water te warm, ze trekken richting noorden naar dieper en kouder water. Garnalen zijn er nog wel genoeg, maar ze zijn steeds kleiner. ,,Ze groeien niet meer. We vangen tegenwoordig steeds meer garnalen in klasse drie, de kleinste klasse. Ik maak me bezorgd over die trend.’’
Bij het KNMI bevestigt klimaatonderzoeker Geert Lenderink dat de temperatuur van de Waddenzee oploopt. Een van de gevolgen van de opwarming van de zee is dat er in het kustgebied veel meer neerslag valt. ,,Vooral van augustus tot en met oktober. De hoeveelheid neerslag is in dit gebied met zeker vijftien procent toegenomen.’’
Het goede nieuws is dat het KNMI de indruk heeft dat de neerslaghoeveelheden niet ongebreideld blijven toenemen. Er wordt nog volop onderzoek naar het mechanisme gedaan.
Behalve met een hogere watertemperatuur wordt het waddengebied ook geconfronteerd met bodemdalingen en de stijging van de zeespiegel. Wanneer die stijging te snel gaat, bestaat het gevaar dat grote delen van de Waddenzee niet meer droog vallen bij eb. Experts denken dat het kritieke punt ligt bij een stijging van meer dan 60 centimeter in een eeuw. Verwacht wordt dat de zeespiegel deze eeuw met 50 tot 80 centimeter stijgt.
Het gemeentebestuur van Terschelling tekent bezwaar aan bij de minister tegen het plan zeehondenbank Engelschhoek af te sluiten.
Zowel de raad als het college ziet niets in het voornemen van de minister van Economische Zaken rondvaartboten op afstand van de zeehonden te houden. Dit spraken zij dinsdagavond tijdens de commissievergadering uit, nadat Jan Smit van de Stichting Museumreddingboot zijn zorgen uitte. Smit vreest voor banenverlies en inkomstenderving wat slecht zou zijn voor het instandhouden van het varend erfgoed.
Nauwelijks verstoring
De eilander politiek noemt de plannen overbodig. De zeehondenpopulatie groeit nog steeds en van verstoring is amper sprake. Enkele fracties zullen de bezwaren aankaarten bij Haagse partijgenoten.
Smit pleit voor een vergunningenstelsel, mochten de maatregelen toch nodig zijn. Het sluitingsvoorstel van de Waddenunit wordt op 21 september in de Beheeroverleggroep (BOG) gepresenteerd. Van der Wielen merkt op dat de minister de laatste jaren ,,schittert door afwezigheid’’ bij die vergaderingen.
Wanneer hebben zeehondenpups hulp nodig? Die vraag is inzet van een fel debat. Twee Spaanse biologen deden onderzoek bij Zeehondencentrum Pieterburen. Hun conclusie: de dieren zijn minder zielig dan ze lijken.
Op een strandje aan een Groningse dijk voor de Dollard in Termunten rusten zo’n zestig zeehonden met pups. Het is de enige zanderige plek in de buurt waar ze bij hoogwater nog kunnen liggen. Door gaten in een houten schutting kunnen natuurliefhebbers kijken hoe de aandoenlijke vetzakken over het zand schuiven.
Drie jaar lang hebben de Spaanse biologen Beatriz Rapado Tamarit en Margarita Méndez Aróstegui van Zeehondencentrum Pieterburen de dieren hier geobserveerd en gefotografeerd. Ze werken nu aan een internationale wetenschappelijke publicatie.
Voor een leek vallen de zeehonden met hun vlekkerige vachten niet van elkaar te onderscheiden. Maar Rapado en Méndez kennen inmiddels meer dan 230 pups of de deels daaruit gegroeide 187 volwassen dieren persoonlijk. Vorig jaar volgden ze tien vrouwtjes die pups kregen – ze kregen Spaanse namen.
Moeder Skull heeft volgens tellingen wel 33 pups gevoed naast die van haarzelf. Zij was agressief na de geboorte van haar dochter Farruquita (dappere), die was aangewezen op andere moeders omdat ze door Skull niet als dochter werd herkend. Pup Manchuron, van een andere moeder, dronk daarentegen veel bij Skull.
Niet alleen Skull was gul met haar melk. Caperucita (Roodkapje) voedde 17 pups naast die van haar zelf. Gemiddeld voedden tien onderzochte moeders veertien pups van andere moeders. Staatjes op het beeldscherm van Rapado’s computer geven aan wie bij wie dronk.
Opvang schaadt ook pups. Ze krijgen stress en het vertraagt de socialisatie bij terugkeer
De zeehondenpups zijn niet zo zielig als ze lijken. Volgens de onderzoekers onder leiding van Ton Groothuis, hoogleraar gedragsbiologie aan de Rijksuniversiteit van Groningen, moeten mensen huilende zeehondenpups langer laten liggen dan de twee uur in het oorspronkelijke protocol. Ze kunnen wel acht uur zonder voeding. Ook andere moeders geven melk. Als de pup is afgespeend, moet hij zelf vissen. Hij blijft dan misschien een tijdje stil liggen en huilen om te wennen. Opvang schaadt ook pups. Ze krijgen stress en het vertraagt de socialisatie bij terugkeer.
De kwetsbare kopjes met grote ogen van pups roepen volgens Groothuis bij mensen gevoelens op van „broedzorg”. „Volgens onderzoek vallen mensen voor een kop die aan een babygezichtje doen denken. Zeehondenpups zien er hulpeloos uit, kunnen zich niet goed voortbewegen en hun geluid lijkt een beetje op huilen”, zegt hij. Een foto van een pup in een krant beroert honderdduizenden.
Dat de natuur ook overdreven kan worden beschermd ervoer Groothuis al als kind, toen musjes uit het nest waren gevallen. Hij nam de diertjes mee naar huis, deed ze in een doos en spande er gaas voor. Maar de moedermus bleef de jonge mussen gewoon voeden door het gaas heen. Opvang was helemaal niet nodig.
De Waddenvereniging maakt zich grote zorgen over de mogelijke komst van de opdringerige Japanse mossel in het Waddengebied.
Uit onderzoek is gebleken dat er in het ballastwater van schepen in de Eemshaven en in de haven van Delfzijl sporen zaten van de gevreesde Japanse mossel. Het gaat om dna-sporen, die afkomstig kunnen zijn van eieren of larven van de mossel.
Grote problemen
Deze exotische soort, die tot nu toe nog niet is waargenomen in Nederlandse wateren, zorgt op verschillende plekken voor grote problemen. Onder meer aan de westkust van de VS, maar ook in de Italiaanse Po-delta ontstaan door de explosieve groei van de soort dichte matten van mosselen, die alles overwoekeren. Wanneer hij in het waddengebied welig gaat tieren, wordt onder meer het kwetsbare zeegras verdrongen, vrezen experts.
De Japanse mossel is een klein schelpdier dat van oorsprong aan de kusten van Siberië tot aan Singapore voorkwam. Inmiddels heeft de soort zich via de scheepvaart uitgebreid tot de VS, Australië, Nieuw-Zeeland en het Middellandse Zeegebied.
Ecologische ramp
Volgens Hans Revier van de Waddenvereniging zou de vestiging van de mossel in het waddengebied kunnen uitlopen op een ecologische ramp. Maar, zegt hij erbij, zeker is dat niet. ,,We weten niet precies hoe deze exoot reageert op de plaatselijke omstandigheden. Hoe gedraagt deze mossel zich in een nieuwe omgeving? En hoe gaan ze bijvoorbeeld om met een strenge winter? Kunnen ze zich dan ook voortplanten? Maar gezien de gang van zaken elders op de wereld zijn de zorgen terecht.’’
Om te voorkomen dat exoten zich verspreiden, kan het ballastwater van schepen overigens worden behandeld.
Klimaat
Revier denkt dat ook het klimaat een rol speelt en wijst op de eveneens nogal opdringerige Japanse oester, die zich ook over het hele waddengebied heeft verspreid. ,,We dachten jarenlang dat het zo’n vaart niet zou lopen en toch is dat gebeurd. Het heeft vermoedelijk ook te maken met de hogere watertemperaturen.’’
Niet alle exoten geven problemen. Revier: ,,Kijk naar de strandgaper. Die is door de Vikingen uit de VS naar onze kusten gebracht. Als eten voor onderweg. Op de een of andere manier belandde die hier in zee. Ze zijn nu belangrijk voedsel voor wadvogels.’’