Vrijdag 5 februari kreeg Natuurmonumenten groen licht van de Provincie Fryslân om aan de slag te gaan met het herstel van Waddeneiland Griend. De provincie verleende de natuurbeschermingswetvergunning. Daarmee komt het herstel een stap dichterbij. Het vogelparadijs dreigt weg te spoelen, doordat de beschermende zandhaak uit de jaren tachtig door de dynamiek van de zee is verdwenen. Natuurmonumenten wil daarom met behulp van Rijkswaterstaat nieuwe beschermingsmaatregelen treffen, die aansluiten bij de natuurlijke bouw van Griend. Het onbewoonde Waddeneiland is onmisbaar voor honderdduizenden trek- en broedvogels.
Onmisbaar vogelparadijs
In het voor- en najaar zoeken honderdduizenden trekvogels voedsel op het drooggevallen wad rondom Griend. Kanoeten, drieteenstrandlopers, rosse grutto’s en andere steltlopers moeten aansterken om weer duizenden kilometers te kunnen vliegen. Tijdens hoogwater zoeken de vogels op Griend een veilig heenkomen. In het broedseizoen brengen tienduizenden vogels hun jongen groot op het onbewoonde eiland. Vooral voor de grote stern is het eiland een belangrijke broedplek.
Beschermingsmaatregelen
Natuurmonumenten beheert dit vogelparadijs precies honderd jaar. Het begon met de bescherming tegen de jacht op vogels en het rapen van eieren. Halverwege de vorige eeuw kwam Natuurmonumenten opnieuw in actie. De aanleg van de Afsluitdijk veranderde stromingen en waterhoogte in de Waddenzee. Griend dreigde te verdwijnen. Het vogeleiland kreeg daarom een zanddijk en later, in de jaren tachtig, een beschermende haak van zand. Die zou Griend minstens vijfentwintig jaar lang beschermen. In de loop der jaren heeft de zee het zand van de haak verplaatst naar de platen achter Griend. De zee krijgt nu weer vat op het eiland en knabbelt er stukken af. Natuurmonumenten moet opnieuw aan de slag om het vogelparadijs te behouden.
Hulp Rijkswaterstaat
Natuurmonumenten krijgt hulp van Rijkswaterstaat. De organisatie brengt haar kennis in van de Waddenzee, haar ervaring met kustonderhoud via zandsuppleties en haar rol als beheerder van de vaargeulen. Rijkswaterstaat neemt de uitvoering van de werkzaamheden op zich. Door deze nauwe samenwerking is het mogelijk om met het uit vaargeulonderhoud vrijkomende zand Griend opnieuw te beschermen. Daarmee wordt een beschermende vooroever aangelegd. Hierin worden plaggen van het eiland en schelpenbanken verwerkt. Met de aanleg wordt aangesloten bij de natuurlijke opbouw van Griend. Van nature wordt het eiland beschermd door een wal van schelpen, plantenresten en zand.
Steun voor het herstel
Het project krijgt brede steun. Provincie Fryslân en Waddenfonds dragen bij aan de kosten van het herstelproject. In het voorjaar start Natuurmonumenten een fondsenwervende actie om het resterende bedrag in te zamelen. Het is de bedoeling om in de nazomer van 2016 te starten met de werkzaamheden op Griend.
Natuurlijke ontwikkeling
Na de aanleg van de nieuwe vooroever krijgt Griend weer de ruimte om zich natuurlijk te ontwikkelen. Naar verwachting zal het eiland gemiddeld zeven meter per jaar naar het oosten gaan wandelen. Om te leren van de maatregelen start Natuurmonumenten samen met onderzoeksinstituten een uitgebreid onderzoeks- en monitoringstraject naar de effecten op de ontwikkeling van het eiland en de vogels. Deze kennis komt ook van pas in andere delen van het Waddengebied. De tijd moet uitwijzen of het eiland zich in de toekomst zelf in stand kan houden.
——